Aanrijding met een
voetganger of fietserWie is er aansprakelijk bij een aanrijding met een voetganger of fietser?Fietsers of voetgangers worden gezien als "zwakkere" verkeersdeelnemers. Omdat zij kwetsbaar zijn in het verkeer, kent de wet een speciale regeling bij een aanrijding met een motorvoertuig. De automobilist is aansprakelijk voor de schade van de fietser zonder dat zijn schuld bewezen hoeft te worden. Andersom kan de automobilist de schade die hij oploopt door een fout van een fietser of voetganger, claimen bij de fietser of voetganger (of diens AVP-verzekering). Dan gelden de normale wettelijke regels. Bescherming door de wet (artikel 185 Wegenverkeerswet)Normaal gesproken moet je na een ongeluk bewijzen dat de tegenpartij aansprakelijk is. Dit geldt niet wanneer je als fietser of voetganger wordt aangereden door een motorvoertuig (auto, motor, bromfiets, snorfiets etc.). De wet bepaalt dat de bestuurder van het motorvoertuig aansprakelijk is, tenzij hij overmacht kan bewijzen. Dit is een vorm van 'risicoaansprakelijkheid'. Daarbij hoeft men geen schuld te hebben aan het ongeluk, maar is men wel aansprakelijk. Dit lijkt onrechtvaardig maar de fietser of voetganger loopt meer risico op zwaarder letsel vanwege de massa van het motorvoertuig. OvermachtEr is sprake van overmacht als de bestuurder bewijst dat hem geen enkel verwijt valt te maken. En eventuele fout van de andere weggebruiker moet zó onwaarschijnlijk zijn geweest dat de bestuurder daarmee geen rekening hoefde te houden. In de praktijk is overmacht moeilijk te bewijzen, en zal de bestuurder van het motorvoertuig vaak aansprakelijk zijn. Voorbeeld van overmacht automobilistEen voetganger wordt door iemand anders plotseling hard tegen een voorbij rijdende auto geduwd. De voetganger loopt daarbij letsel op en wil de automobilist aansprakelijk stellen. De rechter heeft geoordeeld dat, in dit specifieke, uitzonderlijke geval sprake is van overmacht en de automobilist dus niet aansprakelijk is. Voorbeeld van géén overmacht automobilistEen kind van 15 jaar komt vlakbij een school plotseling de weg op gefietst. Het kind wordt aangereden door een automobilist die zich aan de maximum snelheid houdt. Het kind breekt zijn been. De automobilist kon het kind zien aankomen, maar heeft zijn snelheid niet geminderd. Er is geen sprake van overmacht, omdat de automobilist een (gering) verwijt valt te maken. De verzekering van de auto zal 50% van de schade van het kind moeten betalen. De praktijkIn de rechtspraak wordt onderscheid gemaakt tussen fietsers en voetgangers van 14 jaar en ouder, en kinderen onder de 14 jaar. Fietser of voetganger van 14 jaar of ouder
De fietser of voetganger krijgt dus altijd (ook bij eigen schuld) tussen de 50% en 100% van zijn schade vergoed. VoorbeeldEen automobilist rijdt stapvoets op een woonerf. Plotseling komt een 20-jarige voetganger achter een geparkeerde auto vandaan. Zij wordt aangereden door de auto en raakt ernstig gewond. De rechter stelt vast dat de automobilist 30% schuld heeft aan het ongeval en de voetganger 70%. Normaal gesproken zou de voetganger dan maar 30% van haar schade vergoed krijgen. Maar de regel is dat de voetganger minimaal 50% van de schade vergoed krijgt. Dus ondanks de 70% 'eigen schuld' van de voetganger, krijgt zij tenminste 50% van haar schade vergoed. Omdat de voetganger zwaar gewond is geraakt, kan de rechter het redelijk vinden dat zij meer dan 50% krijgt. Bijvoorbeeld 80% van haar schade. Fietser of voetganger jonger dan 14 jaarVoor fietsers of voetganger jonger dan 14 jaar geldt een iets andere regel. De reden is dat het verkeersinzicht van kinderen nog niet goed ontwikkeld is.
VoorbeeldEen kind van 11 jaar komt zonder op of om te kijken, met zijn telefoon in de hand, een uitrit uit gefietst. De uitrit is vanaf de weg slecht zichtbaar. Het kind slaat blindelings linksaf de weg op, en wordt door een motorrijder aangereden. Het kind raakt ernstig gewond. De motorrijder kon er helemaal niets aan doen. Ondanks de fouten van het kind, is de motorrijder toch aansprakelijk en moet hij 100% van de schade van de fietser vergoeden. Er is namelijk geen sprake van opzettelijk gemaakte fouten van het kind.
De omgekeerde situatie:
|
||||||
|